Magda van der Laan werd geboren op 24 april 1930, net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940, toen Magda nog maar tien jaar oud was, begon de oorlog. Haar vader was een prominente figuur in het Rotterdamse verzet, wat haar leven voorgoed zou veranderen.
Magda’s jeugd was aanvankelijk zorgeloos en gelukkig. Ze groeide op als middelste van drie meisjes in een liefdevol gezin. Elk jaar ging het gezin 2 weken op vakantie, waarbij haar vader dan vaak een auto huurde om door Nederland te reizen om de simpele reden dat ze zelf geen auto hadden. Ze verbleven in pensions, zodat haar moeder dan ook even kon ontspannen. Een onbezorgde tijd.
Het gezin woonde in het westen van Rotterdam, waar Magda een fijne jeugd had.
Op de dag dat de oorlog uitbrak, werd Magda wakker gemaakt door haar moeder met de woorden:
“Het is oorlog.”
En op deze 12 mei 1940 werd Rotterdam, na het afgaan van het eerste luchtalarm, ook direct gebombardeerd. De bombardementen vonden plaats in Rotterdam centrum, maar later, in 1943, werd ook Rotterdam West getroffen door bombardementen.
Magda wilde die bewuste dag naar haar vriendinnetje, maar haar moeder verbood het. Gelukkig achteraf, want het huis van haar vriendin werd getroffen door afdrijvende bommen van de Engelsen, waarbij de hele familie omkwam.
Ten tijde van de oorlog raakte Magda betrokken bij het verzet door haar vader, persoonsbewijzen vervalste voor onderduikers en Joden. Deze valse documenten moesten worden rondgebracht, een taak die Magda dapper op zich nam. “Het was gevaarlijk werk, omdat de Duitsers alles controleerden, maar als jong meisje werd ik minder verdacht.” Vertelt Magda. De vervalste persoonsbewijzen moesten voorzien zijn van een foto, een stempel, soms een vingerafdruk en een handtekening van de Duitse commandant. Haar vader was een meester in het vervalsen. Niet van echt te onderscheiden.
Het maken van de valse bewijzen gebeurde ’s avonds, maar zonder elektriciteit was dat moeilijk. Daarom groeven ze een geul onder de grond naar de dichtstbijzijnde lantaarnpaal om toch stroom in huis te krijgen. Iedereen had thuis een taak gekregen en moest ervoor zorgen dat er geen licht zichtbaar was als de Duitsers in de straat waren. Het was namelijk verboden om licht in huis aan te hebben als het donker werd.
Ze gebruikten karbietlampen en koelden gloeilampen af om geen aandacht te trekken.
“Als we die rot laarzen aan hoorden komen”
Als de Duitsers ontdekt hadden dat dit alles plaats vond, zouden zowel Magda als haar vader naar een concentratiekamp worden gedeporteerd. Het risico wat zij liepen was ondenkbaar groot.
Ondanks dat ze nog echt een kind was, voelde Magda zich snel volwassen door de verantwoordelijkheid die ze droeg en de ellende en leed die zich elke dag voltrok.
De grootste uitdagingen van de verzetswerkzaamheden waren de overvallen op distributiekantoren om bonkaarten te bemachtigen, zodat onderduikers konden eten.
Als mensen gepakt werden, dan werden mensen direct gefusilleerd.
De commandant van de Duitsers gaf zelf de “genade schoten” aan de opgepakte mensen van het verzet.
Magda’s oom, een militair en tevens in het verzet, werd verraden en opgepakt. Een afschuwelijke werkelijkheid.
Hij werd op de trein gezet naar een vernietigingskamp. Vanwege een schietpartij op de trein wist hij te ontsnappen Magda’s oom dook onder bij een nonnenklooster en is hierdoor aan de dood ontsnapt.
Toen de oorlog voorbij was, bleef er nog gevochten worden. Magda’s vader sloot zich aan bij de ondergrondse strijders om mee te vechten. Hij heeft zich altijd ingezet voor het goede.
“Laat de oorlog achter, maar vergeet niet”
De oorlog heeft Magda’s kijk op het leven veranderd. Ze leerde dat je de oorlog van je af moet zetten, maar nooit mag vergeten. Ze benadrukt het belang van een goede opleiding en hard werken. Tijdens haar tijd in het verzet leerde ze de waarde van het leven kennen en het belang van het vermijden van conflicten.
Magda herinnert zich de kleine momenten van geluk tijdens de oorlog, zoals een boek krijgen voor haar verjaardag. “Het waren de kleine dingen die het verschil maakten”. Na de oorlog vierde ze haar zestiende verjaardag met een gevoel van trots op haar Nederlandse identiteit.
Magda moedigt jongeren aan om zich in te zetten voor rechtvaardigheid en vrijheid, maar waarschuwt tegen overdrijving en demonstraties. Ze gelooft dat onderlinge ruzies uit de hand kunnen lopen en dat praten en het achter je laten van conflicten de beste oplossing is.
Magda van der Laan, 95 jaar, een jonge verzetsstrijder